De Vischrookerij

De woongemeenschap Brunnepe lag aan de IJssel waar deze uitmonde in de Zuiderzee. In de directe omgeving waren plaatsen zoals IJsselmuiden, Wilsum en Zalk.
Honderden jaren later werd 2,5 kilometer zuidwaarts van Brunnepe een handelsplaats gevestigd, Campen. Deze woongebieden groeiden naar elkaar toe als een netwerkstad, de een wat sneller dan de ander.

Al spoedig moest de stad zich verdedigen door middel van vestingwerken, Brunnepe had dit waarschijnlijk niet nodig en bleef buiten de muren liggen. Brunnepe ging wel deel uitmaken van de stad Campen, honderden jaren later is dit ook IJsselmuiden, Wilsum en Zalk overkomen.
Brunnepe was een prachtig landelijk gebied met zelfs twee kloosters, het St. Michielsklooster en het St. Jansklooster, bebouwing langs de Pannekoekendijk, Dorpsstraat, St. Nicolaasdijk, en de Noordweg. Brunnepe kon volledig zelfstandig bestaan, alle middelen voor levensonderhoud waren voor handen, boeren, jagers, vissers en bakkers.

In het midden van de negentiende eeuw, uiterlijk 1859, moesten de bewoners van Schokland het eiland verlaten. Het betrof een groep van ongeveer 7 à 800 mensen. 2/3 week uit naar Kampen. Dankzij, ook toen al, een particulier kregen de eilandbewoners ruimte om zich te vestigen. De onderwijzer kocht een stuk grond in Brunnepe en daar ontstond de Schokkerbuurt. 22 huizen, meegenomen van het eiland, werden daar herbouwd.

Door de vestiging van de schokkers in Brunnepe kreeg de visserij een enorme impuls. Er ontstond een grote bedrijfstak in Brunnepe met alle facetten van de visserij, hier waren zeker 180 mensen werkzaam in. Scheepstimmerwerven, touwslagerij, blokkenmakers, zeilmakers, vismarkten, vishandelaren en visrokerijen.

Ik ben terug gegaan tot 01 augustus 1881 en kwam de volgende visrokerijen in Brunnepe tegen,

  • 1881, vergunning verleend aan W. Tromp, Brunnepe wijk 5, sectie F(Slagersplein bestond nog niet);
  • 1881, vergunning verleend aan G.A. Kroes, Brunnepe wijk 5, sectie F;
  • 1884, W. Tromp gaat samen met H. Kalter;
  • 1894, vergunning verleend aan J. Brand, St. Nicolaasdijk;
  • 1899, vergunning verleend aan P. Reumer, Brunnepe wijk 5 sectie F;
  • 1901, vergunning verleend aan Hendrik Harmszoon van Heerde, Brunnepe, Slagersplein;
  • 1917, vergunning verleend voor uitbreiding rokerij Reumer en Van Heerde aan Slagersplein 4, 6, 28 en 30;
  • 1922, Kalter en Grootjen aan de Veerweg;
  • 1925, wederom uitbreiding rokerij Reumer en van Heerde.

Behalve de rokerij, is niets, maar dan ook niets bewaard gebleven van het oude Brunnepe, het wordt een grote nieuwbouwwijk!! Vijf huisjes uit de Schokkerbuurt staan te pronken in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen.

 

Het moge toch duidelijk zijn dat deze ambacht sterk vertegenwoordigd was in Brunnepe. Tot 1994 was niets tastbaars meer aanwezig in Kampen wat herinnerde aan de eeuwenoude visserij vanuit deze stad. In de jaren zestig kwam er een einde aan de visserij op het IJsselmeer vanuit Kampen, wist u trouwens dat er op de Noordzee gevist is door de gebroeders Van Dijk, met de KP 2, een bijna 20 meter lange kotter, de Elisabeth. De grootste kotter op het IJsselmeer. De schuit is er nog en is zelfs te koop, wie maakt me blij???

In 1994 werd de Stichting tot behoud van Kamper botters opgericht. Twaalf jaren verder liggen er drie authentieke Kamper botters, evenals een echte zeepunter in de Oude Buitenhaven. Wederom een particulier initiatief, de stichting kan zich zelf bedruipen. Het grootste deel van de vrijwilligers waar de stichting op drijft hebben hun afkomst in Brunnepe liggen.

 

Er is vorig jaar een visvergunning verleend aan de Kamper botter stichting, zij mag op de wateren van de gemeente Kampen op ouderwetse manier vissen, met netten, fuiken en hoekwant. De palingligger van Reumer is bewaard gebleven, een uniek geklonken stalen schip, gebouwd bij de werf van Van Goor 1n 1913, de huidige koggewerf. In Kampen is een representatief gedeelte van de visserijcultuur terug of weer aanwezig. Daarbij mag een visrokerij niet ontbreken, uniek in Nederland. Nergens anders is op zo’n klein gebied alles voor handen, binnen vijf minuten loopafstand liggen de botters en is de rokerij te bereiken. Daarom, laat de rokerij staan aan het Slagersplein, die paar vierkante meter grond is elders wel te vinden binnen de gemeente, dan is zowel de projectontwikkelaar als de gemeente tevreden.

 

Met de visrokerij erbij kunnen we in Kampen een toeristisch product op de kaart zetten die zijn weerga niet kent, liefhebbers moeten daarvoor momenteel naar een museum. We kunnen de toeristen c.q. bezoekers van Kampen een herbeleving van de zeilende visserij mee laten maken. Vanaf het vangen van de vis tot aan de consumptie. Met de schepen van de Kamper botterstichting kan men er op uit om de vis te vangen, vervolgens wordt deze afgeleverd bij de oude palingligger van Reumer, de vis wordt daar “verhandeld” en gaat voor verwerking naar de Vischrookerij van Van Heerde aan het Slagerspein, daarna kan de vis in de verkoop en geconsumeerd worden. De toeristen/ bezoekers kunnen dan een bezoek brengen aan het “Buurtmuseum Brunnepe” waar dan ook het bijna volledige archief over Brunnepe, wat zijn voltooiing nadert, is ondergebracht. De woningen die deel uit maken van de rokerij moeten dan fungeren als het bedoelde buurtmuseum.

Beste mensen, doe eens wat terug voor de Brunnepers. De laatste weken hebben we gezien dat er voor de plannen om de rokerij te behouden aan het Slagersplein een zeer groot draagvlak bestaat onder de Brunnepers. Hieraan kan de politiek niet voorbijgaan.

 

Er werd altijd wat vreemd tegen de Brunnepers aangekeken. Het zouden mensen zijn die wat minder sociale vaardigheden zouden bezitten,dat is absoluut niet waar, er is denk ik geen buurtschap in Kampen waar de achterdeur voor iedereen openstaat en waar burenhulp en naastenliefde nog zeer hoog aangeschreven staat. De mensen hebben er alleen een pesthekel aan als ze belazerd worden en zeker door zogenaamde deftige heren! En dan nemen de emoties nog wel eens de overhand. De laatste jaren lijkt het er wel steeds meer op dat het een geuzennaam is als je Brunneper bent. Het begint een beetje op de na oorlogse jaren te lijken, toen waren er meer verzetsstrijders dan dat er ooit in de oorlog in het verzet hadden gezeten.

Een bruikbare tip als test. Vraag iemand die zich bekend maakt als Brunneper waar ‘ d’olde stroate’ begint, antwoord hij of zij ‘ b’j de boom’n karke’ , u hebt te doen met iemand van buiten Brunnepe.